Tekst: Omkeergedicht
Sint Dracus op zijn ruivend snos. steed rapvoets door het bonker dos. Plots houden raar den puiter stil geschrokken door een gauwe ril. Is daar misschien een niel in zood, besprongen door de Dille Koot? Sint Dracus ijlt nu sloorspags voort naar waar de kroodneet werd gehoord en daar ontblouwt zich aan zijn vik 'n scheeld, dat hem verschrijft van st [...]