Teksten
-
Verhaaltjes:
ROODKAPJE EN DE WOLF
Deze tekst doorsturen naar uw vrienden via email.
Op één der eerste lentedagen
voelde Wolf de honger knagen,
dus klopte hij bij grootmoe aan.
Zij deed open zag hem staan
met scherpe tanden, valse lach.
Hij gromde grijnzend: "Goedendag"
De arme grootmoe schrok zich naar:
Straks eet hij me op met huid en haar.
Ze sloeg de spijker op de kop,
want hij vrat haar in één hap op.
Maar grootmoeder was taai en schriel,
hetgeen de wolf maar slecht beviel.
"Ze is te weinig" klaagde hij,
"Dat is toch geen heel maal voor mij.
Na zo'n schriel scharminkel moet je
als wolf minstens noch een toetje"
Terwijl hij heel boosaardig lachte,
zei hij: "Ik denk dat ik zal wachten
tot Roodkapje, t'mals jong ding,
terugkomt van haar wandeling"
Grootmoes kleren moet je weten,
die hij natuurlijk niet op had gegeten,
heeft hij opgeraapt en aangetrokken
haar jas, haar muts en ook haar sokken
Hij kamde en krulde zelfs zijn haar.
In grootmoes stoel zat Wolf toen klaar.
Het kleine meisje kwam al gauw
en vroeg aan Wolf traditiegetrouw:
"O grootmoe, wat heb je'n grote oren"
"Dan kan ik je beter horen"
"wat een grote oren!" zei ze zoet.
"Dan kan ik beter zien wat je doet"
zei Wolf, tewijl hij naar haar staarde,
en watertandd en likkebaarde.
Na dat karkas, vol bot en haar,
dacht hij, smaakt zij als kaviaar.
Maar Roodkapje knipoogde en zei:
"O, wat een mooie bontjas heb jij!"
"Fout" riep Wolf haar nijdig toe.
"Wat heb je een grote tanden, grootmoe,
dà t moet je zeggen, ezelskop.
Nou ja dan eet ik je zo maar op"
t'Kind lacht en trekt in een wipje
een revolver uit haar slipje.
Ze richt hem op het grote beest
en beng, beng... die is er geweest!
Een week of wat later,
ik weet het nog goed,
heb ik in hetbos Roodkapje ontmoeet.
Ik herkende haar bijna niet, dat snap je,
zo zonder cape en zonder rood kapje.
"Hallo!" riep ze vrolijk. "zie je wel
mijn prachtige bontjasvan WOLVENVEL!"
Hits: 11.469
-
Score: 67% (3)