Teksten - Computers: 50 IT TERMEN VERKLAARD VOOR MANAGERS
Hier volgen onze 50 leesbare termen van het tech-jargon:
Integrale aanpak van cybersecurity: Met z'n allen.
Vendor lock in: Frustrerende koppelverkoop.
Function creep: Functieverschuiving. Dikwijls van wereld verbeteren naar surveillance.
Agile: Snel, sneller, snelst en wendbaar software ontwikkelen.
Datagraaien: Aftappen zonder aantoonbaar resultaat.
Security through obscurity: Wat de hacker niet kent, hackt hij niet.
Bug: Softwarefoutje.
Backdoor: Per ongeluk expres gemaakt softwarefoutje.
Patch: Pleister op data-bloedende wond.
C2000: Handig communicatiesysteem dat levens kan kosten.
Cloud: Dat je bestanden bij een ander staan opgeslagen.
Downloaden: Geen uploaden.
Uploaden: Geen downloaden.
NFC: Draadloos chipje.
Scope: Waar de grenzen in den beginne lagen.
Scope creep: Het ongemerkt oprekken van de grenzen.
DDoS-aanval: Doelbewuste overbelasting van website of dienst.
Besturingssysteem / OS: Dat ding met de startknop in de computer. Ook bekend als Windows. Iets anders is er
niet.
Browser: Knopje voor het internet.
Deep web: Wat je niet via Google vindt. Obscuur en vooral heel veel.
Encryptie: Systeem om boodschappen te verhullen. Noot: Ivo zegt dat het passé is.
Legacy: Dingen die je in de maag gesplitst krijgt. Zeg maar de erfenis van die oom die alleen maar schulden had.
Maar dan met computers.
ITIL: Communicatiemethode om bureaucratie af te dwingen bij niet-ambtenaren.
Smartphone: Mobieltje met een groter scherm en je kunt er van alles mee. Mark twittert ermee.
Facebook: Modern communicatieplatform waar gebruikers 'posts' schrijven waarop weer kan worden gereageerd.
Job weet hier meer over.
Middleware: Verbindingsprogramma, essentieel onderdeel.
ERP-systeem: Intern bedrijfsprogramma dat qua efficiëntie afhangt van de gebruiker.
Geofencing: GPS-afbakening.
Peer-to-peer: Communistisch computernetwerk waarop bestanden worden uitgewisseld.
Sysadmin: Computerbaas.
Hardware: Alles met een chip erop.
Software: Alles wat je niet kunt vasthouden.
Processor: Hart van de computer.
Upgrade: Duur nieuw systeem.
Moederbord: Zenuwstelsel van de computer.
Programmeren: Code kloppen.
Geek: Vroeger gepest, nu computerbaas.
Cyber: Digiroboheelal.
USB: Koppeling met gadgets.
CMS: Invoersysteem.
Server: Dikke hoofdcomputer.
Twitter: Digitaal schoolplein.
Bluetooth: Handig om zo'n kek draadloos headsetje te dragen.
Sprint: Opleving van programmeurs.
VPN: Donkere tunnel naar internet(diensten).
Bitcoin: Digitale munt zonder belastingheffing, waarde kan fluctueren.
Hacker: Cyberboefje.
Windows: N00b-versie van Linux.
SNAFU: Alles gaat zoals gebruikelijk mis.
Faal: Zie SNAFU.
Bron: http://computerworld.nl/it-beheer/82489-50-it-termen-verklaard-voor-commissie-ict-fails